Over atomen en rivieren

In de inleiding van dit project heb ik geschreven dat ik me afvraag of de overdracht van inzichten en waarden in een generatie het atoom zou kunnen zijn van de overdracht van inzichten en waarden, en dus ook de herhaling ervan die zich in de wereldgeschiedenis voordoet.

Anders gezegd: als ik hoor dat familieleden trekken van mijn grootvader in mij zien — in mijn handelingen, uitspraken of gedragingen — zit ik dan vast in die familiale beperking? Maak ik dan ook dezelfde fouten, herhaal ik wat zich eerder voordeed? Of leer ik van wat mijn voorvaders deden, en doe ik misschien het tegengestelde?

Bij beide vragen neig ik naar de gebeurtenis te kijken. Ik timmer graag, denk ik — mijn grootvader was een timmerman, aan moeder’s zijde. Ik ben een beetje een Bourgondiër, dus ik leef zoals mijn grootvader aan mijn vader’s zijde. En misschien moet ik die wijze van reflecteren herzien.

Net als de Grieken die het atoom bedachten — het kleinste, ondeelbare deeltje materie — maak ik misschien een denkfout. De Grieken zochten naar verklaringen voor wat ze waarnamen in de natuur, een soort oer-natuurkunde. Zij vertrokken uiteraard vanuit de waarnemingen die voor hen mogelijk waren. Materie was het meest waarneembare op dat ogenblik: aarde, water, zelfs lucht — hoewel dat al moeilijker lag — waren aanvankelijk de basiselementen. Ook vuur hoorde daarbij, omdat vuur toch anders was dan lucht, en zeker dan water en aarde.

Een hedendaagse fysicus weet ondertussen dat, als we werkelijkheid — wat die ook moge zijn — proberen te beschrijven, we het vooral moeten hebben over alles wat zich tussen de materie bevindt. We weten ondertussen dat het klavier waarop ik deze tekst typ, geen opeenstapeling is van plasticatomen en elektronica-atomen die, eens zorgvuldig gestapeld, plots een toetsenbord vormen.

Wie voldoende diep inzoomt op mijn keyboard, zal ontdekken dat die atomen, die neutronen, die quarks en al die andere minuscule deeltjes eigenlijk energiemomenten zijn, op weg van de ene energiestatus naar de andere. Anders gezegd: mijn keyboard bevat meer lege ruimte tussen de atomen dan de ruimte die de atomen opgeteld zouden innemen.

De werkelijkheid, zo weet een moderne fysicus, is niet werkelijk zoals wij denken: gevat in tastbare fenomenen. De werkelijkheid is een beweging van energie.

Deze bedenking brengt me bij mijn onderzoeksonderwerp: de geschiedenis en de herhaling ervan. En in het bijzonder: het behoud, de bescherming en de overdracht van liefde en mededogen. Het is niet de ontdekking van een enkele liefdevolle handeling die van belang is. Het is het handelen zelf. Gebeurtenissen zijn kortstondige stollingsmomenten die vorm geven aan energie op een bepaald ogenblik, maar alweer verdwijnen zodra we proberen waarnemen.

Een foto van het verleden toont nooit het echte verleden. Die is al voorbij zodra ik op de ontspanner heb gedrukt en het licht zich laat vastleggen op een fotosensor — of vroeger, op een gevoelige plaat. Ik kan natuurlijk niet anders dan beeldmateriaal gebruiken om de geschiedenis te tonen. Maar ik mag niet vergeten dat het de verhalen zijn die de geschiedenis het best zichtbaar maken. De emoties die ik zoek, zitten in de verhalen. De foto’s zijn hooguit de reclameborden voor dit project.

Van de foto, genomen op de huwelijksdag van mijn grootouders op 5 mei 1938 hieronder zou je kunnen zeggen: ceci n’est pas un mariage.

Het project zelf is de energie die we met woorden zullen proberen te beschrijven. Meer nog: het project zelf is de beleving die alle betrokkenen — de genodigden in Groede, ikzelf, mijn toekijkende familie en u, de lezer — meemaken, elk op zijn of haar unieke, of anders gezegd: subjectieve wijze. Ik zal dan ook alle hedendaagse media aanwenden om zo goed mogelijk de beweging niet te capteren, maar vooral te documenteren, te beschrijven.

Af en toe een anekdote uitschrijven of een opgenomen citaat laten weerklinken is goed. Maar even waardevol, zo niet waardevoller, zal het weergeven van de beweging zijn, die van waarde is.

Je kan een rivier beschrijven door een blauwe lijn op een kaart te tekenen, door een foto te nemen van het wateroppervlak, of zelfs een video van de stroming.
Maar waar het echt om gaat, is het proberen laten voelen van de ervaring wanneer je in de rivier zit: de stroming voelt, de temperatuur, de energie die langs en door je lichaam trekt terwijl je wordt meegesleurd door de stroom.

Hieronder drie gelijkaardige gebeurtenissen: mijn grootvader, mijn vader en ikzelf op het ogenblik dat we rond de leeftijd van 18-20 jaar in dienst zijn bij het leger. Drie verschillende ervaringen.

De overdracht tussen de generaties die ik trouwens wil beschrijven, bestaat slechts als de volgende generatie bestaat. Je hebt geen waarden om door te geven als je alleen bent. Stel je, bij wijze van gedachtenexperiment, voor dat je de enige mens op de planeet bent. Kan je dan liegen, bedriegen? Maar ook: kan je dan liefhebben of mededogen tonen?

Een rivier kan slechts stromen omdat ze een bron, een oever en een bestemming heeft. Anders is het water een zee: een gigantisch nat universum.

Zo kan ik eigenlijk zeggen dat mijn grootvader pas bestaat als mijn vader er is, en dat hij pas mijn vader is, als ik er ben.
Elk van ons bestaan laat toe dat er een beweging ontstaat van vroeger naar nu, een overdracht van waarden, van ethiek, van inzichten, waarlangs we allemaal ons leven proberen vorm te geven.

Dat proberen is waarover dit gaat.

Heb evenwel geen schrik, voor wie overweegt om mee op stap te gaan. De gesprekken — of eerder: de ervaringen — zullen niet altijd deze diep-filosofische toer opgaan. In de taverne De Drie Koningen in Groede, vermoedelijk het woonhuis van mijn grootvader, hebben ze lekkere poffertjes.

Het kan volstaan het te hebben over wat we beleefd hebben, en dit in woorden en beelden om te gieten. Het is daarenboven ook niet het ultieme doel om die ervaringen gedetailleerd en volledig te documenteren.

De documentatie — deze website, het boek — is eigenlijk slechts een restproduct van het project.

De ervaring zelf, van iedereen die deelneemt, is waar het om gaat.